top of page

Verzorging

 

De verzorging van een Wheaten vergt toch wel wat tijd. Een Wheaten heeft een enkele vacht, d.w.z. dat hij niet zoals vele andere rassen een boven en een ondervacht heeft. Zijn vacht is te vergelijken met mensenhaar. Het haar groeit en na een bepaalde periode sterft het af. Dit dode haar blijft in de vacht zitten. Het zal er dus uitgekamd moeten worden. Gebeurt dit niet dan ontstaan er klitten. Deze klitten kunnen vervilten.

Bij een pup kam je het haar elke dag, totdat de pup zijn "puppievacht" is ontgroeid.

Bij de volwassen Wheaten is 2 à 3 maal in de week goed door kammen voldoende zolang alle dode haren eruit gekamd worden.


Eens in de twee tot vier maanden worden Wheatens geknipt. Het knippen van de vacht kan gebeuren door de fokker, in een ervaren trimsalon of door de eigenaar zelf.
 

 

Zelf leren knippen?

 

Het ziet er ingewikkelder uit dan het is. Het is reuze handig als je zelf je eigen Wheaten kunt knippen.
Wij helpen u graag op weg.


Wij hebben al vast hier het trimschema van de Wheaten toegevoegd. 

 

 

 

 

LET OP;

Knip de vacht van een Wheaten nooit te kort!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opvoeding

 

De Wheaten is een ideale gezins- en huishond. Hij wil graag onderdeel van het gezin zijn. Het gezin ziet hij als zijn roedel. Daarbij wil hij zich graag schikken naar de wil van de roedelleider en dat bent u!

De Wheaten wil duidelijkheid. De opvoeding moet consequent zijn. Wat u één keer verboden hebt, is voor altijd verboden en wat één keer mag, mag altijd.

 

Wij raden u dan ook een goede hondencursus aan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tien gouden regels voor kinderen en honden

 

  • Nooit een vreemde hond omhelzen.

  • Nooit een hond aaien zonder eerst aan zijn baas te vragen of dit mag.

  • Niet op een hond afrennen of hard voor een hond weg rennen.

  • Niet staren naar een hond.

  • Niet op of onder een hond liggen.

  • Nooit een hond storen tijdens het eten of slapen.

  • Uit de hondenmand blijven.

  • Nooit een hond op zijn kop aaien, maar alleen onder de kin.

  • Geen stoei- of trekspelletjes met een hond doen.

  • Honden horen op de grond en niet op de bank.

 

bottom of page